- Sta met de voeten heupbreedte.
- Kom voorover en breng je handen naar de grond, zet ze op schouderbreedte.
- Terwijl je voorover komt werp je beide voeten, tegelijkertijd, naar achteren.
- Zodra de voeten achter je zijn geland wil je ze weer zo snel mogelijk – ook weer tegelijkertijd – inhalen.
- Zet de voeten zo dicht bij je handen als mogelijk, zodra je voeten staan duw je jezelf explosief van de grond af om een sprong omhoog te maken.
- Land met beide voeten tegelijkertijd met licht gebogen knieën.