Chapter Four – The Long Run
Zeg, marathon loper. Het is tijd voor De lange Duurloop. Daar gaat dit vierde deel over. Niet alleen in de digitale reeks, maar ook in de marathon voorbereiding zelf natuurlijk. Het moment is (eindelijk) daar! Wat?! Nu al?!
Neem eerst een korte blik op de afgelopen periode. In het vorige hoofdstuk werd namelijk het vergroten van de omvang en het toenemen van de trainingsintensiteit besproken. Het hoogtepunt van al dat harde werk is de ‘lange duurloop’, een inspanning van een halve marathon tot wel 30 kilometer die je het liefst gericht op jouw marathon wensen loopt. Onze hardlooptrainers vragen hier dus iets heel specifieks van jou, als atleet. Bijvoorbeeld een negatieve split, lopen op marathon tempo, een tandje meer of minder. Maar het gaat om meer dan dat. Laat je dus niet ontmoedigen maar neem even rustig plaats. Lees verder en maak van jouw duurloop en een succesvolle marathon training.
De Lange Duurloop als essentieel onderdeel van jouw marathon plan
Veel marathon fanaten zweren er bij. Maar wanneer is er nou sprake van een lange duurloop? In principe al als je langer dan 1 uur hardloopt. Een interval training die langer duurt dan een uur is daarentegen géén lange duurloop. Het gaat er om dat je aan één stuk doorloopt. Er zijn al talloze blogs en artikelen te vinden die zich wijden over de term ‘Lange Duurloop’ en de ene gaat dieper op de stof in als de andere. Het is dan ook niet onze bedoeling die blogs te herschrijven. Chapter Four geeft slechts een kijkje in de keuken van Runiversity. Onze benadering en toepassing.
We kunnen verschillende duurloop varianten omschrijven:
- De Lange Duurloop – ook wel de Langzame Duurloop
Lang op pad met een steady pace - De Wissel Duurloop
Lang op pad, verschillende tempoblokken maar tussen de blokken géén ‘pauze’. - De Tempo Duurloop
Sneller – en dan ook korter – dan de langzame duurloop.
Hoe je het beestje ook noemt. In essentie gaat het niet om het tempo dat je loopt maar om de duur van de hardlooptraining. De mate van inspanning, dát heeft een effect op het lichaam. Dát is de trainingsprikkel. Kort door de bocht gezegd doet het er niet toe wat jouw klokje zegt of wat je wil kunnen lopen. Het gaat er om wat wat je die dag kunt leveren. Daarna komt pas de vraag: dat wat ik heb geleverd, hoe strookt dat met mijn marathon wensen?
Kwaliteit vs. Kwantiteit
De verschillende varianten zijn er niet voor niets en ‘langzaam’ is door onze bril niet laaaaaanggggzzzzaaaam…
Bij ons ins de Langzame Duurloop exact dezelfde training als de Lange Duurloop. Wij vragen je hier te lopen op het beoogde marathon tempo (MT). Dat tempo is natuurlijk niet zomaar uit de lucht gegrepen, voordat het zogenaamde MT is vastgesteld is allang gekeken of dit realistisch is. Als je een marathon loopt, zul je dit tempo lang moeten volhouden. Dat wil je oefenen! Het is dus niet helemaal niet nodig om harder te lopen dan MT, ook niet als dit zo prima gaat. Want stel jezelf de vraag: het loopt nu lekker, maar hoeveel kilometer heb je er nu opzitten? 10 of 29? Houd je aan jouw plan.
Heb je er al wel 29 opzitten en loopt het nog steeds prima en boven verwachting? Dan de volgende vraag: 13km erbij? Go or No Go? Als je denkt dat dit een duidelijke Go is, dan is het interessant om doelen bij te stellen. Tot die tijd: houd je maar gedeisd want een 30 kilometer loop is niet niks. Het is een serieuze belasting voor het lichaam die het nog moet verwerken. Als je net iets te diep gaat, heb je dan nog voldoende herstel? Bovendien heb je niet eerst 1 a 2 weken taper periode achter de rug – zoals je dat bij de marathon wel hebt – maar een normale trainingsweek.
Oefening baart kunst
We roepen het geregeld. Dat wat je goed wil kunnen, zul je moeten oefenen. Dat geldt ook voor het lopen van een marathon. Gelukkig stellen de meeste debutanten ‘finishen’ als hoofddoel en komt de tijd daarna wel. Of je nu debuteert of al je 10e marathon loopt: zo’n lange duurloop is altijd een soort beproeving. Maar het geeft je ook de kans om meer te oefenen dan het hardlopen alleen. Denk aan eten en drinken onderweg. Een marathon op een nuchtere maag lopen, kan best. Maar wordt je er ook een gelukkige finisher van? Maak dus een voedingsplan en onderzoek welk gelletje voor jou werkt; welke vloeistoffen vallen goed op de maag en welke geven je kramp. Test ook je kleding. Schuurt het hier en daar?
Vergeet ook niet het mentale element. De lange duurloop duurt nou eenmaal vrij lang. Is soms misschien saai. Dus bereid jezelf ook mentaal voor op deze – misschien wel belangrijkste – training voor de marathon.
Een checklist voor jouw lange duurloop.
- Plan je week.
De dagen voor de lange duurloop mag wel even het gas er af. Qua intensiteit en omvang. Spaar die beentjes. Ga op tijd naar bed. - Plan je route.
30 kilometer is een eind. Dat zijn heel wat rondjes door de wijk en dat maakt de lange duurloop ondraaglijk. Bedenk dus vooraf een inspirerende route. Bos, monumenten, of andere dingen op de route kunnen als bakens dienen. Je weet waar je naartoe loopt en de afstand vliegt voorbij. Bovendien helpt het je focussen op waar je mee bezig bent (hardlopen) in plaats van het zoeken van de weg. Op Strava kun je eenvoudig routes uitzetten. - Maak een voedingsplan.
Vooraf: koolhydraten stapelen is niet overbodig. Begin op tijd. Drink ook al enkele dagen vooraf de lange duurloop voldoende water.
Tijdens: welk gelletje heb je nodig? Hoeveel heb je er nodig? Wanneer heb je hem nodig? Valt het goed op de maag? Maak een doordacht plan die je super strak gaat uitvoeren en ervaren.
Na: na de training wordt je pas sterker. Zorg dus dat je goed hersteld. Je lichaam behoeft nu eiwitten, vetten en koolhydraten. Vergeet ook zeker niet voldoende te drinken! - Maak een back-up plan
Niets is zo vervelend als je in een duurloop vast komt te zitten. Een ongelukje zit in een klein hoekje dus het is fijn als je iemand kan bereiken. Een telefoon, ID- en OV-kaart zijn dus niet overbodig. Wat geld kan ook geen kwaad. Vertel je omgeving dat je op pad bent en waar je heen gaat; laat je ophalen als het niet gaat of overweeg een product als Safe-iD. Misschien wel jouw redder in nood.
Simulatie
Zie de lange duurloop als een simulatie van de marathon. Doe nu dat wat je tijdens de marathon ook zou doen. Dus als je tijdens de marathon op het 29km punt een gelletje zou nemen; dan doe je dat ook in jouw lange duurloop. Ook al is het nog maar één kilometer. Nu weet je in ieder geval hoe die valt en óf die bevalt. Je zult niet de eerste zijn die na 3 gelletjes een protesterende maag krijgt. Think big! Denk verder dan alleen die 3 uur die je gaat hardlopen. Denk ook aan de dagen ervoor. Lees tip 3 in de checklist nog eens door.
Het trucje wat je op Raceday (of in de lange duurloop) moet laten zien komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het moet het resultaat zijn van weken trainen en experimenteren.
Ga op pad met een loopmaatje
De kilometers vliegen voorbij wanneer je de lange duurloop met een loopmaatje afwerkt. Dat is best lekker. Het is gezellig en motiveert je om door te gaan. Je helpt elkaar met het lopen en vasthouden van het juiste tempo. Het is dus belangrijk dat je iemand aan je bind die wel een gelijkwaardig tempo loopt als jij doet. Anders loopt de lange duurloop misschien wel in de soep omdat je blijkbaar een stuk langzamer óf sneller liep dan je eigenlijk had gepland. Vergeet niet de focus vooral te houden bij jouw eigen training.
Reflecteer op jouw training
Voel je niet ontmoedigt wanneer de lange duurloop niet ging zoals gehoopt. Het is niet de bedoeling dat de lange duurloop makkelijk is, ze moeten uitdagend zijn. Net als de marathon zelf. De meeste marathon lopers zullen het er mee eens zijn; de laatste kilometers zijn het zwaarste. Of je nu een 30 of een 42 kilometer loopt. Dat is een psychisch effect omdat je onderbewuste heel goed weet dat je er bijna bent. Door geregeld een lange duurloop te doen, train je jezelf ook mentaal. Je leert het gevoel herkennen en je bereid je voor om jezelf door die laatste kilometers in de race te pushen.
Laatste tip van onze hardlooptrainer
De lange duurloop is een kans om gebreken te ontdekken; van voeding tot kleding, van tempo en al wat je maar tegenkomt. Maak daar dus gebruik van en optimaliseer jouw routines.
Wanneer de lange duurloop in het trainingsschema verschijnt, komt het volgende hoofdstuk ook in zicht. Taperen!