Les 2

De Pasfrequentie.

Je hebt onvoldoende rechten om deze deze content te kunnen bekijken.

Les 2

De Pasfrequentie.

Pasfrequentie – ook wel de cadans – is niets meer of minder dan het aantal passen dat je per minuut maakt tijdens het hardlopen. Het is een getalletje waar de meeste hardlopers niet zo mee bezig zijn. Onterecht vinden wij! Er is namelijk iets als een ideale pasfrequentie om mee te hardlopen. Bij die frequentie vang je de impact van de landing het meest effectief op.

De vraag wát nu de ideale pasfrequentie is, is niet zo simpel te beantwoorden. Er zijn genoeg artikelen te vinden die 180 als maatstaaf nemen. Dit is echter het geval voor topsporters en niet voor ‘ons recreanten’. Uit onderzoek blijkt dat ‘wij’ (er zijn altijd uitzonderingen) ons beter in een zone tussen 170-175 kunnen zitten. Het is een klein verschil maar het zorgt er wel voor dat we onze loopvorm optimaliseren, de impact reduceren én onszelf niet voorbij lopen.

Deze cadans loop je niet vanzelf! De meeste hardlopers lopen namelijk met een lagere pasfrequentie: meestal rond de 160 stappen per minuut.

Bij een hogere pasfrequentie veranderd er een hoop:

  • Spieren passen zich aan (in de voeten, benen, billen en core) en kunnen de impact beter verdelen over het lichaam.
  • Doordat het ritme hoger ligt is de impact lager omdat er een kleinere grondcontacttijd is.
  • Bovendien dwing je jezelf een beetje naar de middenvoetslanding omdat een hoge pasfrequentie niet zo lekker loopt met een hiellanding.
  • Je paslengte wordt een stuk korter.

Het gevolg is dat de voetlanding veel dichter bij jouw lichaam is in plaats van vóór je lichaam. Dat heeft als grootste voordeel dat het minder dreunt in de knieën en je de kans op blessures reduceert.

Beginsituatie

De atleten van verschillende niveaus hebben vorige training kennis gemaakt met de middenvoetslanding en zijn uitgedaagd dit in hun ‘huiswerk’ toe te passen zo ver als mogelijk. De ervaringen zullen uiteen lopen zo ook de manier en mate van toepassen. De verantwoordelijkheid ligt bij de atleet maar wij hebben wel een motiverende rol. Helemaal vlekkeloos hoeft de uitvoering niet te zijn maar dat wát ze doen moet zonder ongewenste lichaamsspanning gebeuren. Dit om de aanvullende thema’s aan te kunnen leren en te combineren. Deze training wordt verandering in pasfrequentie toegevoegd. Vanuit Runiversity streven we naar een pasfrequentie van 170-175; dit wordt doorgaans al als uitdagend ervaren.

Doelstelling(en)

  • De atleet kan aan het einde van de training laten zien dat hij/zij de pasfrequentie kan verhogen.
  • De atleet kan aan het einde van de training laten zien dat hij/zij de pasfrequentie kan verlagen.
  • De atleet kan aan het einde van de training benoemen welke verschillen hij/zij ervaart tussen een hoge en lage pasfrequentie en uitleggen wat de consequenties zijn van de verschillen.

Downloads / Bijlagen

De atleten gaan uit van 60 minuten training. Dat lijkt ruim maar schijn bedriegt. Dat een training uitloopt is zo’n beetje algemeen goed. Ervaring heeft geleerd dat wanneer er 90 minuten training wordt gepland, de training ook uitloopt. We willen vaak te veel in de beschikbare tijd.

De focus in de trainingen bij Runiversity ligt op de kern. De WU en CD zijn niet onbelangrijk maar worden beknopt gehouden. Up tempo en to the point is geboden. Irrelevante zaken/vragen kunnen makkelijk tot na de training worden getild of met in- en uitlopen worden besproken met een individu.

Warming Up

Inhoud

Inlopen.

Werkvorm

Dribbel op een rustig tempo richting de rode kraan in de haven, dit is zo’n 1500 meter. De parallelle rij/parkeer stroken aan de waterzijde zijn geschikt voor instructies en oefeningen; de weg zelf is over het algemeen goed geschikt om te lopen. Denk aan elkaars veiligheid gedurende hele training.

Organisatie

Bij het inlopen bepaald de langzaamste loper het tempo. Snellere lopers kunnen eventueel lussen. De trainer regisseert waar nodig. Neem verkeersregels in acht.

Materialen

Niet van toepassing.

Kern

Inhoud

#1 Cadans Test.

#2 Fartlek.

Werkvorm

#1 Zet de metronoom aan op 175BPM en breng deze trapsgewijs in stappen van 5BPM naar 220BPM. Take away message: denk simpel; een verhoogde cadans is alleen moeilijk als je moeilijk denkt.

#2 Iedereen rent op eigen tempo naar het einde van de haven. Geef fluit signalen waarin de atleten hun pasfrequentie naar (vermoedelijk) 175BPM brengen. Einde van de haven wachten tot de groep compleet is. Dan hetzelfde systeem tot het begin van de haven en dit kan herhaald worden tot einde training.

Organisatie

#1 Zet de atleten in een kleine cirkel om je heen. Ze staan stil. Laat de atleten het ritme horen en op commando vanuit stilstaand het ritme oppakken voor zo’n 40 seconden. Na die tijd zet je (onaangekondigd) de metronoom uit en kijk je wat er gebeurd. Houden de atleten het ritme vast of veranderd deze? Maak je ervaring kenbaar in de groep, lach er op en zet de metronoom opnieuw aan. Laat de atleten weer mee dribbelen. Als iedereen het ritme te pakken heeft laat je ze de focus op het ritme houden; ondertussen ga je deze trapsgewijs met 5BPM verhogen naar 220BPM. Eenmaal daar vraag je (terwijl ze dribbelen) hoe hoog de pasfrequentie is en kun je nadien in een klap terug naar 175BPM. Ze zullen ervaren dat deze cadans nu een stuk eenvoudiger is om vast te houden.

#2 De afstanden die ze ‘versneld’ dienen te lopen zijn onbepaald maar zullen idealiter tussen 100 en 200 meter liggen. Loop met ieder individu mee en laat de metronoom horen op 175BPM. Laat ze corrigeren op het ritme en dit vasthouden.

Materialen

#1 Metronoom.

#2 Fluitje.

Cooling Down

Inhoud

Rustig uitlopen naar Het Honk als zijnde Cooling Down.

Enkele statische rekoefeningen en/of losmaakoefeningen waarbij verschillende spiergroepen aan bod komen.

Werkvorm

Bij het uitlopen bepaald de langzaamste loper het tempo. Snellere lopers kunnen eventueel lussen. De trainer regisseert waar nodig. Neem verkeersregels in acht.

De rekoefeningen worden gelijktijdig met de trainer mee gedaan. ‘See & Copy’. De trainer geeft mondelinge instructies en correcties.

Organisatie

Het uitlopen gebeurd in groepsverband.

De oefeningen worden gedaan in een cirkel. De trainer is onderdeel van de cirkel.

Materialen

Niet van toepassing.