Pasfrequentie – ook wel de cadans – is niets meer of minder dan het aantal passen dat je per minuut maakt tijdens het hardlopen. Het is een getalletje waar de meeste hardlopers niet zo mee bezig zijn. Onterecht vinden wij! Er is namelijk iets als een ideale pasfrequentie om mee te hardlopen. Bij die frequentie vang je de impact van de landing het meest effectief op.
De vraag wát nu de ideale pasfrequentie is, is niet zo simpel te beantwoorden. Er zijn genoeg artikelen te vinden die 180 als maatstaaf nemen. Dit is echter het geval voor topsporters en niet voor ‘ons recreanten’. Uit onderzoek blijkt dat ‘wij’ (er zijn altijd uitzonderingen) ons beter in een zone tussen 170-175 kunnen zitten. Het is een klein verschil maar het zorgt er wel voor dat we onze loopvorm optimaliseren, de impact reduceren én onszelf niet voorbij lopen.
Deze cadans loop je niet vanzelf! De meeste hardlopers lopen namelijk met een lagere pasfrequentie: meestal rond de 160 stappen per minuut.
Bij een hogere pasfrequentie veranderd er een hoop:
- Spieren passen zich aan (in de voeten, benen, billen en core) en kunnen de impact beter verdelen over het lichaam.
- Doordat het ritme hoger ligt is de impact lager omdat er een kleinere grondcontacttijd is.
- Bovendien dwing je jezelf een beetje naar de middenvoetslanding omdat een hoge pasfrequentie niet zo lekker loopt met een hiellanding.
- Je paslengte wordt een stuk korter.
Het gevolg is dat de voetlanding veel dichter bij jouw lichaam is in plaats van vóór je lichaam. Dat heeft als grootste voordeel dat het minder dreunt in de knieën en je de kans op blessures reduceert.