Les 5

De Romprotatie.

Je hebt onvoldoende rechten om deze deze content te kunnen bekijken.

Les 5

De Romprotatie.

De armen hebben een belangrijke functie tijdens het hardlopen. Het draagt je wearable om je snelheid te monitoren en het houd je lichaam in balans. Gebruik het als een stuur: als je jouw stuur recht houdt rij je over het algemeen soepel. Trek je aan het stuur, dan heeft dat effect op de wielen (jouw heup en knieën). Door de armen goed te bewegen voorkom je draaiing en zijwaartse beweging tijden het hardlopen. Dit is efficiënter voor het energieverbruik maar je verkleint ook de kans op blessures.

De aandachtspunten:

  • Hoek van ± 90° in de elle boog. Deze hoek houdt zich tijdens de inspanning nagenoeg altijd gelijk.
  • De handen gaan langs de heupen en niet richting de schouders.
  • Creëer stuwing met je armbeweging door je armen naar achter te bewegen en vervolgens volledig naar voren.
  • Beweeg de armen van voor naar achteren en weer terug maar voorkom dat je handen voorlangs bewegen. Beeld je in dat je een jack met rits draagt, die rits geeft het centrum aan van jouw romp: daar mogen je handen nooit voorbij. Het zorgt voor romprotatie en is een verstoring van het balans.
  • Als de armbeweging goed is: maak hem dan ook vloeiend. Dus armen, handen én schouders zijn ontspannen (laag).
  • Beweeg je armen. Niet je romp.

Ondanks hardlopen volgens vele een sport is waarbij de benen het werk moeten doen, hebben de armen een belangrijke rol wanneer je de sport netjes wil uitvoeren.

Beginsituatie

Voorgaande training hebben de atleten geoefend met het combineren van alle puzzelstukjes en is het voorover hellen vanuit de enkels er als nieuw element aan toegevoegd. In welke mate de de atleten de stof ook vaardig hebben gemaakt; aan arminzet zal geen gebrek zijn geweest. Deze training wordt de arminzet echter verfijnd voor meer efficiëntie en voorkomen van een horizontale romprotatie.

Doelstelling(en)

  • De atleet laat gedurende de kerntraining zien dat hij/zij een recht gestrekte romphouding weet toe te passen.
  • De atleet laat gedurende de kerntraining zien dat hij/zij een de arminzet van voor naar achteren hanteert (zagen, niet timmeren).
  • De atleet laat gedurende de kerntraining zien dat hij/zij een de schouders ontspannen/laag houdt.
  • De atleet laat gedurende de kerntraining zien dat hij/zij de handen niet voorbij het lichaamsmiddelpunt laat passeren.

Downloads / Bijlagen

De atleten gaan uit van 60 minuten training. Dat lijkt ruim maar schijn bedriegt. Dat een training uitloopt is zo’n beetje algemeen goed. Ervaring heeft geleerd dat wanneer er 90 minuten training wordt gepland, de training ook uitloopt. We willen vaak te veel in de beschikbare tijd.

De focus in de trainingen bij Runiversity ligt op de kern. De WU en CD zijn niet onbelangrijk maar worden beknopt gehouden. Up tempo en to the point is geboden. Irrelevante zaken/vragen kunnen makkelijk tot na de training worden getild of met in- en uitlopen worden besproken met een individu.

Warming Up

Inhoud

Inlopen.

Werkvorm

Dribbel op een rustig tempo naar het parcours waar de kerntraining plaatsvindt. Dit is zo’n 1500 meter lopen.

Organisatie

Bij het inlopen bepaald de langzaamste loper het tempo. Snellere lopers kunnen eventueel lussen. De trainer regisseert waar nodig. Neem verkeersregels in acht.

Materialen

Niet van toepassing.

Kern

Inhoud

#1 Swingende Cadans

#2 Fartlek

Werkvorm

#1 De atleten laten de armen (iets aangespannen) naast hun lichaam hangen terwijl ze op de plaats op de cadans van de metronoom mee dribbelen. De armen mogen niet bewegen, dat is de opdracht (coach hier op). Voer de cadans lekker op, het absolute getal is irrelevant. Na een poosje mogen de atleten de benen losschudden en een paar tellen bijkomen voor de tweede set. In deze set moeten de atleten de armen laten mee swingen op de cadans maar is het niet toegestaan de benen te bewegen. Maak er een uitdaging van door tegen atleten te zeggen dat ze ‘af zijn’ wanneer de benen meebewegen op het ritme van de arme. Als een atleet af is, moeten ze een straf uitzitten.

#2 De atleten lopen rondjes op het parcours bij de Gamma, ze mogen zelf tempo bepalen en het fartlek element zit hem in het accent geven van de arminzet. Tijdens het lopen is er veel ruimte voor individuele aandacht met name op de arminzet, het corrigeren van horizontale romprotatie maar andere (de eerder geleerde) aspecten.

Organisatie

#1 Vorm een cirkel van alle atleten. Je staat zelf in het midden met de metronoom in aanslag. Leg de atleten de simpele spelregels uit en laat één atleet een ‘straf’ bedenken die uitgevoerd zou moeten worden (bijvoorbeeld 5 keer opdrukken) als iemand de oefening ‘fout’ doet.
Boodschap: de benen bewegen met de armen mee, als je tijdens het lopen de armen onder controle hebt is dit gunstig voor de benen. Wanneer je de armen een extra accent meegeeft, heeft dit een effect in de benen. Een sterkere inzet resulteert in een iets krachtigere stride.

#2 Zet de hoedjes (min. 2 tot max. 6) random verdeeld over het parcours. Wanneer een atleet een hoedje passeert geven ze net iets meer accent in hun arminzet. Passeren ze het tweede hoedje, dan gaan ze weer naar ‘neutraal’ totdat ze het eerste hoedje weer passeren en dus weer een accent dienen te geven.

Materialen

#1 Metronoom

#2 6 hoedjes

Cooling Down

Inhoud

Rustig uitlopen naar Het Honk als zijnde Cooling Down.

Enkele statische rekoefeningen en/of losmaakoefeningen waarbij verschillende spiergroepen aan bod komen.

Werkvorm

Bij het uitlopen bepaald de langzaamste loper het tempo. Snellere lopers kunnen eventueel lussen. De trainer regisseert waar nodig. Neem verkeersregels in acht.

De rekoefeningen worden gelijktijdig met de trainer mee gedaan. ‘See & Copy’. De trainer geeft mondelinge instructies en correcties.

Organisatie

Het uitlopen gebeurd in groepsverband.

De oefeningen worden gedaan in een cirkel. De trainer is onderdeel van de cirkel.

Materialen

Niet van toepassing.